In de vorige nieuwsbrief franchise besprak ik in het artikel Postcontractueel non-concurrentiebeding: Onmisbaar voor bescherming Knowhow aan de hand van een uitspraak van een voorzieningenrechter welke voorwaarden aan gebruik van een postcontractueel concurrentiebeding zijn verbonden. In die uitspraak paste de rechter het wettelijke kader dat voor een concurrentiebeding geldt ook toe op een relatiebeding. Dat is naar onze mening onjuist.
Toetsingskader concurrentiebeding
Kort herhaald; een postcontractueel concurrentiebeding is volgens artikel 7:920 lid 2 BW slechts geldig als aan de volgende vijf voorwaarden is voldaan:
Zelfde toetsingskader relatiebeding?
De aard en ratio van het relatiebeding is een andere dan het concurrentiebeding waarop artikel 7:920 lid 2 BW ziet:
Ook de voorwaarden uit in artikel 7:920 lid 2 BW dat:
passen niet goed bij een relatiebeding, want:
Kortom, wij van mening dat artikel 7:920 lid 2 BW (althans de voorwaarden onder b t/m e van dat artikel) niet van toepassing zijn op een postcontractueel relatiebeding in een franchiseovereenkomst.