franchise overeenkomst, schadevergoeding wegens niet in acht nemen van redelijke opzegtermijn (na tussenarrest ECLI:NL:GHSHE:2018:5072)
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Eindarrest inzake geschil of Bakker Bart franchise-filiaal onder het verplichtstellingsbesluit van het bedrijfstakpensioenfonds valt. Zie ECLI:NL:GHARL:2018:5130 en ECLI:NL:GHARL:2018:8311.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Verbroken franchiserelatie. Geen sprake van beëindiging van de franchiseovereenkomst met wederzijds goedvinden. Gestelde tekortkomingen leveren geen grond voor ontbinding van de franchiseovereenkomst op. Franchiseovereenkomst is wel rechtsgeldig opgezegd, wederzijdse rechten en plichten blijven gedurende opzegtermijn van kracht. Geldvordering in reconventie staat deels voldoende vast.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchiseovereenkomst. Ontvankelijkheid verzet. Beroep franchisenemer op dwaling wegens ondeugdelijke prognoses en gebrek aan ondersteuning verworpen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Toetsing afwijkend huurbeding in de zin van artikel 7:291 lid 2 BW. Koppeling van de huurovereenkomst bedrijfsruimte met de franchiseovereenkomst. Voldoende compensatie? Concurrentiebeding. Goedkeuring afgewezen in verband met (mede) strijd met artikel 7:231 BW.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Beroep op dwaling bij sluiten franchiseovereenkomst op grond van onzorgvuldige omzetprognose van franchisegever. Eindvonnis met verwijzing van de schadebegroting naar een schadestaatprocedure.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Vorderingen franchisenemer tegen franchisegever (onder meer tot het bieden van meer hulp en bijstand) in kort geding afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
franchise; uitleg van tussen franchisegever en franchisenemer tijdens een vorige kortgedingprocedure ter zitting gesloten vaststellingsovereenkomst.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Onderhandelingen tussen supermarktketen en franchisenemer. Geen overeenkomst tot stand gekomen. Afbreken onderhandelingen niet onrechtmatig. Geen andere grond voor schadeplichtigheid.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchise. Een negental eisers vorderen vergoeding van de schade die zij als franchisenemer stellen te hebben geleden doordat de franchisegever hen een verkeerde voorstelling van zaken heeft gegeven. Twee eisers hebben geen vorderingsrecht, omdat de v.o.f. waarvan zij vennoot waren niet is vereffend en de beweerde vordering op de franchisegever niet aan hen is overgedragen. Een viertal eisers heeft een vaststellingsovereenkomst met de franchisegever gesloten, waarin zij de franchisegever finale kwijting hebben verleend van alle vorderingen voortvloeiende uit de franchiseovereenkomst. Van feiten of omstandigheden die eerst na het sluiten van de vaststellingsovereenkomst zijn gebleken en die grond zouden kunnen vormen voor een beroep op dwaling is geen sprake. De vorderingen van de resterende drie eisers worden onder verwijzing naar verschillende arresten van de HR afgewezen. Eisers hebben voor een deel zelf hun ondernemingsplannen en/of begrotingen opgesteld en voor het overige zijn zij voldoende door de franchisegever gewaarschuwd voor verschillende risico’s. Daarnaast hebben deze eisers de geprognotiseerde marges gehaald. Diverse bezwaren treffen geen doel. Evenmin is er sprake van misleidende reclame op de website als bedoeld in artikel 6:194 BW. Uitgegaan moet worden van de kennis en het voorstellingsvermogen van een gemiddeld geïnformeerde en oplettende (aanstaande) ondernemer. Voor de door de franchisenemers onder verwijzing naar het World Online-arrest bepleite omkering van de bewijslast is geen plaats. Geen dwaling van de franchisenemers, geen toerekenbare tekortkoming van de franchisegever, noch onrechtmatig handelen van de franchisegever.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.