[Appellant] stelt zich - voor het eerst in hoger beroep - op het standpunt dat de tussen partijen gesloten franchiseovereenkomst (hierna: de overeenkomst) in strijd is met het bepaalde in artikel 81, lid 1 EG en derhalve op grond van de lid 2 van deze bepaling van rechtswege nietig is. Blijkens de akte in principaal appel van 1 februari 2005 acht [appellant] de overeenkomst bovendien in strijd met artikel 6, lid 1 van de Mededingingswet.
MultiCopy heeft bestreden dat de overeenkomst in strijd is met het mededingingsrecht.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Geschil over de uitoefening van rechten en bevoegdheden in de Benelux met betrekking tot een merknaam voor zonnebankapparatuur en zonnestudio’s en over de merk- en handelsnaamrechten op tekens waarin de merknaam voorkomt, 81 RO.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
De kern van het geschil in conventie en reconventie is de vraag of sprake is van een beeindiging "om gewichtige reden" zoals bedoeld in artikel 8.1 van de Agentenovereenkomst.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchiseovereenkomst. Intentie-overeenkomst. Bedrag, dwaling. Rechtsgeldigheid.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Met de kantonrechter is het hof van oordeel dat het bepaalde in artikel 10f van de huurovereenkomst de rechten die huurder aan Afdeling 6 van Titel 4 van Boek 7 van het BW op een aantal punten wezenlijk aantast: zo wordt huurder het recht ontnomen om terzake van een door verhuurder gewenste beëindiging van de huurovereenkomst de tussenkomst van de rechter te vragen; voorts wordt door de koppeling van de huurovereenkomst aan de franchiseovereenkomst materieel een niet aan termijnen gebonden huurbeëindigingsgrond toegevoegd aan de limitatief in de wet genoemde en bovendien wel aan termijnen gebonden huurbeëindigingsgronden die de genoemde Afdeling kent. Voorts wordt de huurder het recht ontnomen om vrijelijk over zijn bedrijf, inclusief huurrechten te beschikken, hetgeen op gespannen voet staat met het bepaalde in artikel 7:307 BW van welke bepaling afwijking onder geen beding is toegestaan (artikel 7:291, lid 2 BW).
Klik HIER voor de volledige uitspraak.
In geschil tussen franchisegever en franchisenemer is of de franchisenemer gebonden is aan een nieuw model franchiseovereenkomst. De rechtbank oordeelt dat de franchisenemer niet gebonden is aan het nieuwe model. Franchisegever heeft het nieuwe model te laat aan franchisenemer gestuurd.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Vordering van eisers om een derde deskundige te benoemen voor het waarderen van hun aandelen in Metro International wordt afgewezen.
De standpunten van partijen over de wijze waarop de aandelen moeten worden gewaardeerd, lopen zo ver uiteen, dat dit thans in de weg staat aan waardering van de prijs door een derde deskundige.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Aantal uitlatingen in de pers van ex-franchisenemer over Hypotheek Visie Centrale en haar algemeen directeur zijn onrechtmatig jegens hen. Verbod op het doen van mededelingen in de toekomst en vordering tot rectificatie (gedeeltelijk) toegewezen. Gevorderde lijfsdwang afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kort geding. Franchisenemers hadden de franchiseovereenkomst buitengerechtelijk ontbonden, omdat de franchisegever tekort zou zijn geschoten in de nakoming van de franchiseovereenkomst. De door franchisenemers gestelde tekortkomingen leveren noch tezamen noch ieder apart voldoende grond voor een tussentijdse gerechtelijke ontbinding op termijn van 1 maand.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Aan de orde is de vraag of de franchisegever, mede gelet op de wederzijdse belangen, de franchiseovereenkomst gesloten tussen partijen rechtsgeldig met onmiddellijke ingang heeft kunnen beëindigen. De rechtbank komt tot de conclusie dat voorhands onvoldoende aannemelijk is dat franchisenemer zodanig tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de franchiseovereenkomst, dat, mede gelet op de wederzijdse belangen van partijen, de ontbinding van de franchiseovereenkomst daardoor is gerechtvaardigd. De vordering van de franchisenemer om de franchiseovereenkomst na te komen wordt toegewezen. De vordering tot betaling van een voorschot van de door franchisenemer geleden schade wordt afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.