Onmiskenbaar bevat de francise-overeenkomst algemene voorwaarden in die zin dat er sprake is van bedingen die zijn opgesteld om in een aantal soortgelijke overeenkomsten te worden opgenomen. Volgens artikel 6:231 onder a BW behoren tot algemene voorwaarden in beginsel niet bedingen die de kern van de prestaties aangeven. Wanneer de franchise-overeenkomst in zijn geheel wordt beschoud, treft men daarin na de intentieverklaringen een reeks bepalingen over de rechten en verplichtingen van partijen tijdens het bestaan van de franchise-verhouding aan. Dan volgen bepalingen over duur, opzegging en ontbinding van de overeenkomst, en in artikel 12 over de gevolgen van verzuim, opzegging en ontbinding. Hoewel het beding van artikel 12.3 betrekking heeft op een deel van de prestaties waartoe de franchisegever tegenover de franchisenemer verplicht is, kan het onder deze omstandigheden niet gezien worden als een beding waarin de kern van de prestaties aangegeven wordt. Het betreft een uitwerking van de beëindiging waarin rekening wordt gehouden met de afwikkeling van prestaties die tijdens het bestaan van de franchiserelatie de kern van de over en weer bestaande verplichtingen vormen. Objectief bezien behoordt deze uitwerking zelf niet meer tot de kernbedingen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchiseovereenkomst; beëindigingovereenkomst; ondanks garantie dat de goederen vrij van beperkte rechten worden geleverd, rust er een pandrecht op; vordering uit schadevergoeding; ingebrekestelling nodig om verzuim te doen ontstaan
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Opzegging franchiseovereenkomst in verband met aanzienlijke rekening courantschuld van franchisenemer. Wens franchisegever om tot beëindiging van de franchiseovereenkomst over te gaan niet buitenproportioneel. Geen misbruik van bevoegdheid. Gezien omstandigheden van het geval, met name de langdurige relatie tussen partijen, voorshands wel voldoende aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar is, dat franchisegever bij haar opzegging een termijn van slechts één maand heeft gehanteerd. Bij wijze van ordemaatregel wordt franchisegever daarom veroordeeld tot het gedurende een beperkte periode hervatten van de bevoorrading van de winkel van de franchisenemer.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kern van het geschil in het principaal appel is de vraag of de tussen partijen gesloten huurovereenkomst dermate onlosmakelijk met de per dezelfde datum tussen partijen gesloten franchise-overeenkomst is verbonden dat een tekortkoming in de nakoming van de franchise-overeenkomst moet leiden tot ontbinding van de franchise-overeenkomst èn de huurovereenkomst, of alleen tot ontbinding van de franchise-overeenkomst.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchise-formule en organisatie strijdig met de Mededingingswet. Overeenkomst tussen franchisegever en franchisnemer nietig. Afwikkeling nietige overeenkomst.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchise-overeenkomst / samenwerkingsovereenkomst.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Taxibedrijf Blue Cab heeft als franchiseondernemer op 3 juni 2002 met vervoersorganisatie DVG als franchisegever een franchiseovereenkomst gesloten [..] Over Achmearitten in het werkgebied van (ook) Blue Cab zijn in juni / juli 2002 tussen deze drie franchisenemers besprekingen gehouden en conflicten ontstaan. [..] Inmiddels is met ingang van 1 mei 2004 in werking getreden de Verordening (EG) Nr. 1/2003 van de Raad van de Europese Unie van 16 december 2002 betreffende de uitvoering van de mededingingsregels van de artikelen 81 en 82 van het Verdrag (tot oprichting van de Europese Gemeenschap). Hieraan ontlenen de nationale rechterlijke instanties de bevoegdheid artikel 81 lid 3 EG rechtstreeks toe te passen. Als gevolg van een en ander heeft ook Nederland wijzigingen doorgevoerd in onder meer de Mededingingswet. Het hof verlangt dat eerst DVG en vervolgens Blue Cab zich gemotiveerd en gedocumenteerd uitlaten over de vraag of de franchiseovereenkomsten wegens strijd met het communautaire of nationale mededingingsrecht geheel of gedeeltelijk nietig zijn. Daartoe wordt de zaak naar de rol verwezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Op basis van de inhoud van de provisieregeling en de in eerste aanleg gehoorde getuigen acht het hof , anders dan de rechtbank, X. geslaagd in het bewijs dat een franchise onderdeel van de provisieregeling uitmaakte.
De vorderingen terzake van provisie en bonus worden afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Arbeidsrecht. Geschil tussen werkgever en voormalig werknemer over de uitleg van tussen hen gemaakte pensioenafspraken die tussentijds zijn gewijzigd (81 RO).
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Overeenkomst met franchisedeel en huurovereenkomst. Franchisenemer heeft het franchisedeel buitengerechtelijk ontbonden om een zestal redenen, waaronder de verplichting om in beginsel alle producten bij de franchisegever in te kopen en strijd met de Europese en nationale mededingingsbepalingen waardoor de franchiseovereenkomst nietig zou zijn. Franchisegever vordert onder andere nakoming van de overeenkomst, schadevergoeding dan wel een voorschot op de schade en betaling van geleverde maar niet betaalde goederen. De voorzieningenrechter wijst de vordering tot nakoming toe. Tevens dient de franchisenemer te betalen voor de geleverde goederen door franchisegever. De vordering tot schadevergoeding dan wel een voorschot op de schade wordt afgewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.