Jurisprudentie

Filter
29-11-2024
Hoge Raad, ECLI:NL:HR:2024:1709

Verbintenissenrecht. Overeenkomstenrecht. Procesrecht. Opzegging franchiseovereenkomst door franchisegever op grond van opzeggingsbeding. Rechtsgevolgen van ontbreken passend vergoedingsaanbod. Verschil in afdoening proceskosten eerste aanleg en hoger beroep.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

27-11-2024
Rechtbank Limburg, ECLI:NL:RBLIM:2024:10076

Franchiseovereenkomst. Franchisegever deelt mee niet te zullen nakomen, zodat de gevolgen van niet-nakoming van de overeenkomst intreden. Verwijzing naar de schadestaatprocedure. Geen voorschot toegekend omdat niet voldoende vaststaat dat schade is geleden als gevolg van de niet-nakoming door de franchisegever.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

19-11-2024
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2024:7027

Het gerechtshof heeft het verzoek van RegioBank om terug te komen op twee bindende eindbeslissingen in verband met de franchise fee afgewezen. De eerste beslissing betrof de franchise fee die door Zelfstandig Adviseurs vanaf 1 januari 2020 tot 1 oktober 2020 is betaald, die volgens het gerechtshof als onverschuldigd betaald teruggevorderd kunnen worden. De tweede beslissing ging over de vraag of de franchise fee na beëindiging van de samenwerking nog verschuldigd was, waarbij het gerechtshof oordeelde dat er geen contractuele grondslag is voor betaling van de franchise fee na beëindiging en dat derhalve restitutie verschuldigd is voor het deel van het jaar dat resteert na beëindiging. RegioBank stelt in haar verzoek dat de franchise fee gerechtvaardigd is vóór de invoering van de full franchiseformule, maar het gerechtshof oordeelt dat dit argument te laat is ingebracht, wat in strijd is met de tweeconclusieregel. De argumenten van RegioBank worden als nieuw beschouwd en het gerechtshof wees erop dat deze in de eerdere memorie van antwoord al naar voren hadden moeten komen. Bovendien is er volgens het gerechtshof geen juridische of feitelijke misslag die de eerdere beslissingen onjuist maakt. De verzoeken om heroverweging wijst het gerechtshof daarom af.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

13-11-2024
Rechtbank Zeeland-West-Brabant, ECLI:NL:RBZWB:2024:7804

In kort geding heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat een franchisegever geen eigen vestiging in een exclusief aan de franchisenemer toebedeeld rayon mag openen, ondanks dat in de franchiseovereenkomst is opgenomen dat een franchisegever (slechts) geen andere franchisenemer zal aanstellen in dat rayon. Het feit dat in voormeld artikel de franchisegever niet wordt genoemd betekent niet dat deze dus zelf in het rayon actief mag worden. Dat zou in strijd zijn met de algemene paraplu van goed franchisegeverschap. Ook heeft de voorzieningenrechter een oordeel geveld over de rechtsgeldige opzegging van de franchiseovereenkomst.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

05-11-2024
Rechtbank Overijssel, ECLI:NL:RBOVE:2024:6378

Eindvonnis. De kantonrechter ontbindt de franchise- en huurovereenkomst, wijst de vorderingen in conventie deels toe, en wijst de reconventionele vorderingen af.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

17-09-2024
Rechtbank Den Haag, ECLI:NL:RBDHA:2024:21504

Kort geding, vordering tot afgifte bescheiden door oud-franchisenemer afgewezen, aangezien eiseres onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat gedaagde stukken heeft achtergehouden of er relevante informatie ontbreekt. Geen reële proceskostenveroordeling.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

09-07-2024
Rechtbank Overijssel, ECLI:NL:RBOVE:2024:6376

Tussenvonnis. Tussen FEBO c.s. en DTZ bestaan een franchise- en een onderhuurovereenkomst op basis waarvan DTZ een ‘FEBO drive’ locatie in Zwolle exploiteert. Volgens FEBO c.s. heeft DTZ niet aan haar verplichtingen uit hoofde van de overeenkomsten voldaan omdat zij onder andere niet aan haar betalingsverplichtingen en de door FEBO c.s. gestelde (kwaliteits)eisen heeft voldaan. Zij vordert onder andere ontbinding van beide overeenkomsten en betaling van diverse achterstallige facturen, terugbetaling van leningen en een schadevergoeding. DTZ is het daar niet mee eens en beroept zich op dwaling over onder andere de te behalen omzet. Zij vordert in reconventie vernietiging, althans ontbinding van de overeenkomsten en een schadevergoeding. De kantonrechter wijst een tussenvonnis waarin de vorderingen van DTZ in reconventie worden afgewezen en wordt geoordeeld DTZ toerekenbaar te kort is geschoten en de franchise- en onderhuurovereenkomst ontbonden kunnen worden. Omdat het inhoudelijke debat over de gevolgen van de ontbinding van de onderhuurovereenkomst onvoldoende gevoerd is zal de kantonrechter partijen in de gelegenheid stellen zich bij akte uit te laten over de gevolgen daarvan.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

10-06-2024
Rechtbank Den Haag, ECLI:NL:RBDHA:2024:9218

Toewijzing vorderingen in kort geding. Kwalificatie overeenkomst als franchiseovereenkomst. Nietigheid concurrentiebeding. Recht op leads.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

29-05-2024
Rechtbank Limburg, ECLI:NL:RBLIM:2024:3341

Discussie tussen franchisegever en franchisenemer over facturen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

15-05-2024
Rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2024:4598

Franchise. Schending standstill-verplichting (art. 7:914 BW). Afwijking ten nadele van franchisenemer. Vernietiging franchiseovereenkomst. Ongedaanmaking op grond van onverschuldigde betaling. Verrekening met waarde die de geleverde diensten voor de franchisenemer heeft gehad (art. 6:210 BW). Onrechtmatige daad wegens handelen in strijd met wettelijke verplichting. Verwijzing naar schadestaatprocedure.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.