Ontbinding van een samenwerkings- en franchiseovereenkomst. Uitleg beding overeenkomst mede aan de hand van resultaat waartoe voorgestelde uitleg leidt. Vastgestelde tekortkoming rechtvaardigt niet de ontbinding van de overeenkomst.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Ex-franchisenemer dient zich te houden aan het in de franchiseovereenkomst opgenomen postcontractuele non-concurrentiebeding. Het postcontractuele non-concurrentiebeding voldoet aan de eisen zoals neergelegd in artikel 7:920 lid 2 BW.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchiseovereenkomst; tussentijdse opzegging rechtsgeldig?
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchisenemer heeft in strijd gehandeld met op haar rustende verplichtingen als werkgever, waaronder de verplichtingen opgenomen in de Wml. Deze verplichtingen kan de franchisenemer niet afwentelen op de franchisegever.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
De zaak gaat over omzetprognoses die een franchisegever heeft verstrekt aan een (aspirant-)franchisenemer. De vraag is onder meer of de franchisenemer de franchiseovereenkomst rechtsgeldig buitengerechtelijk heeft vernietigd op grond van dwaling en of de franchisegever op grond van onrechtmatige daad ten opzichte van de franchisenemer aansprakelijk is te houden. Geen geslaagd beroep op dwaling. Onvoldoende gemotiveerd gesteld dat franchisenemer de franchiseovereenkomst bij een juiste voorstelling van zaken niet was aangegaan. Ook geen sprake van onrechtmatig handelen van franchisegever.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kort geding. Rechtsgeldige beƫindiging franchiseovereenkomst door opzegging door (voormalig) franchisenemer. Het is niet aannemelijk dat franchisenemer in strijd met het concurrentiebeding heeft gehandeld. Er bestaat onvoldoende grond voor verstrekken van allerhande administratieve gegevens aan (voormalig) franchisegever.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kort geding. Vordering franchisenemer tot betaling geblokkeerde lidmaatschapsgelden toegewezen. Beroep franchisegever op post-contractueel non-concurrentiebeding houdt geen stand. Beding is nietig, omdat het niet in overeenstemming is met artikel 7:920 lid 2 BW. Tevens voorshands oordeel dat sprake is van handelen in strijd met goed franchisegeverschap.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchisegever huurt pand van hoofdverhuurder en franchisegever verhuurt deze op zijn beurt aan zijn franchisenemer. Franchisegever laat al maanden na de huur aan de hoofdverhuurder te betalen. Hoofdverhuurder wenst dan ook de huurovereenkomst met franchisegever te ontbinden. Franchisenemer vordert tussenkomst in deze procedure. De rechtbank wijst deze vordering toe.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Beƫindiging van franchiseovereenkomst. Recht op vergoeding van schade franchisenemer waarbij zij zoveel mogelijk in de toestand moet worden gebracht waarin zij zou verkeren als de franchisegever de overeenkomst zou zijn nagekomen. Schatting van schade.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
De vraag die voorligt is of een tussen partijen gesloten overeenkomst als franchiseovereenkomst kan worden gekwalificeerd. De rechtbank komt tot de conclusie dat de overeenkomst niet als franchiseovereenkomst kan worden gekwalificeerd. In casu is geen sprake van een franchiseformule, het beschikken over een handelsnaam en knowhow is daarvoor onvoldoende.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.