Jurisprudentie

Filter
08-12-2010
Rechtbank Groningen, ECLI:NL:RBGRO:2010:BP6577

Oordeel over inbreuk op auteursrecht en schadeplichtigheid. Vordering (deels) toegewezen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

27-10-2010
Rechtbank Zwolle-Lelystad, ECLI:NL:RBZLY:2010:BP0001

De rechtbank beantwoordt de vraag of de beoogd franchisenemer de onderhandelingen kon afbreken bevestigend. Ook wordt de vordering van de franchisegever tot vergoeding van misgelopen franchisefee en entreegeld afgewezen. Zelfs indien gedaagde een verwijt zou kunnen worden gemaakt voor het afbreken van de onderhandelingen, kan de vordering niet worden toegewezen. De vordering betreft volgens de rechtbank namelijk een vordering tot vergoeding van positief contractsbelang en daarvoor is bij afgebroken onderhandelingen (behoudens bijzondere omstandigheden die niet zijn gesteld) geen plaats.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

22-10-2010
Rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2010:BO3314

Afwijkend huurbeding. Artikel 7:291 BW.

Bedingen opgenomen in de franchiseovereenkomt.

Geen vermelding in huurovereenkomst.

Kantonrechter wijst verzoek af.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

12-10-2010
Gerechtshof Amsterdam, ECLI:NL:GHAMS:2010:BO7180

Franchiseovereenkomst en huurovereenkomst. Franchiseovereenkomst wordt na korte tijd beëindigd. Vordering tot betaling van huurpenningen over de periode na beëindiging van de franchiseovereenkomst. Geen schriftelijke huurovereenkomst. Uitleg van partijafspraken over huurbetaling.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

01-09-2010
Rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2010:BO1534

In het kader van een franchiseovereenkomst heeft de moedermaatschappij van de franchisegever ter uitvoering van de franchiseovereenkomst handelingen verricht. Dit betekent nog niet dat zij in plaats van de franchisegever de wederpartij van de franchisenemer is geworden. Daarom heeft de moedermaatschappij geen eigen vorderingen op de franchisenemer en is de franchisegever op grond van de wet bevoegd tot verrekening van uit de franchiseovereenkomst over en weer voortvloeiende vorderingen. Daarom kon de franchisegever de aan de franchisenemer toekomende bonussen verrekenen met aan de franchisegever verschuldigde bedragen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

13-07-2010
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2010:BV3462

- Afwikkeling franchise-overeenkomst door verkoop activa aan en schuldovername door franchisegever;

- Ontbindende voorwaarde - art. 6:21 BW;

- Kort geding: spoedeisend belang - geldvordering - belangenafweging i.v.m. restitutierisico;

- Toestemming schuldeiser i.v.m. schuldovername - art. 6:155 BW;

- Buitengerechtelijke kosten.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

30-06-2010
Rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2010:BN3395

Verzoekers hebben een onderhuurovereenkomst gesloten waarop de bepalingen van de hoofdhuurovereenkomst onverkort van toepassing zijn. Tevens hebben verzoekers een franchiseovereenkomst gesloten. Verzoekers vragen goedkeuring van een aantal bedingen uit de franchiseovereenkomst. In artikel 25.2 van de franchiseovereenkomst is opgenomen dat partijen vaststellen dat de huurovereenkomst onlosmakelijk verbonden is met de hoedanigheid van de huurder als franchisenemer. Het beding in dit artikel is in strijd met artikel 7:231 BW. De kantonrechter heeft niet de bevoegdheid de afwijking van dit artikel goed te keuren. De overige bedingen worden, ondanks wezenlijke aantasting van de rechten van de huurder, goedgekeurd. De hoofreden hiervoor is dat de huurder er belang bij heeft dat bij einde van de franchiseovereenkomst ook de huurovereenkomst ten einde komt.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen

29-06-2010
Rechtbank Amsterdam, ECLI:NL:RBAMS:2010:BM9519

De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam heeft op 29 juni 2010 bepaald dat Plassania Beheer B.V. een achttal horecagelegenheden die zij huurt van Heineken dient te ontruimen, in verband met een huurachterstand van in totaal € 463.910,70. Van de acht horecagelegenheden zijn er vier gelegen in Amsterdam, twee in Eindhoven en twee in Nijmegen. Plassania Beheer B.V. kan de ontruiming voorkomen, indien zij de huurachterstand alsnog binnen veertien dagen betaalt.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

21-06-2010
Rechtbank Dordrecht, CLI:NL:RBDOR:2010:BM8461

Samenloop franchise en (onderhuur). Geen gemengde overeenkomst, maar twee separate overeenkomsten. Afwijkende huurbedingen zijn niet goedgekeurd door de kantonrechter, zodat de bepalingen die van het (semi)dwingendrechtelijke huurrecht afwijken niet gelden. De opzegging van de huur op de gronden afweging van belangen en niet gedragen als goed huurder leiden niet tot het einde van de huurovereenkomst. Bij opzegging van de hoofdhuurovereenkomst heeft onderverhuurder onvoldoende de belangen van de onderhuurder in acht genomen, waardoor onderverhuurder aansprakelijk is voor de door onderhuurder geleden schade. Geen overtreding door franchisegever van exclusiviteits/concurrentiebepalingen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

16-06-2010
Rechtbank Utrecht, ECLI:NL:RBUTR:2010:BM9266

Pensioenverevening (betrokken partijen zijn een vrouw, de man, en de BV van de man). De vrouw stelt dat de stamrechtaanspraken die de man jegens de BV heeft voor verevening in aanmerking komen. De rechtbank volgt de vrouw niet in deze stelling. De vrouw vordert afstorting van de helft van het vereveningsdeel van het in eigen beheer opgebouwde ouderdomspensioen, en zekerheidstelling in de vorm van een (aflopende) bankgarantie ter zake van haar aanspraken op bijzonder partnerpensioen. Bij tussenvonnis is de vrouw gevraagd om berekeningen ter zake van het doelvermogen dat nodig is voor het nakomen van aan aanspraken op het vereveningsdeel van het ouderdomspensioen alsmede op het partnerpensioen in het geding te brengen. De vrouw heeft niet tijdig de mededeling ex art. 2 WVPS gedaan aan de “externe” pensioenverzekeraars – en fondsen bij wie de man ouderdomspensioen heeft opgebouwd. Om die reden vordert de vrouw dat de man machtigingen verstrekt aan de man “externe” pensioenverzekeraars – en fondsen, zodat zij t.z.t. de helft van het vereveningsdeel van het ouderdomspensioen aan de vrouw zullen betalen. De vordering zal bij eindvonnis worden toegewezen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.