Tussentijdse beëindiging van franchiseovereenkomst, nadat franchisenemer onder invloed van bipolaire stoornis toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Werknemer heeft een pensioenregeling, zijnde een eindloonregeling, waarin vanaf 1 januari 2003 wegens gewijzigde wetgeving geen pensioen meer opgebouwd mag worden over de provisie en maximering van de werkgeversbijdrage niet langer is toegestaan. Werkgever heeft de pensioenregeling van de werknemer derhalve op voornoemde twee punten aangepast. Van een onbevoegde eenzijdige aanpassing van de pensioenregeling door de werkgever is geen sprake, nu de werknemer zelf stelt dat hij gehouden was deze aanpassingen te aanvaarden en zich daaraan gebonden acht, ook al heeft hij bij wijze van protest tevens bezwaren geuit die hij in de aangepaste pensioenregeling ziet. De werknemer heeft (de omvang van) het nadeel dat hij door de gewijzigde pensioenregeling zou leiden onvoldoende inzichtelijk gemaakt en onvoldoende gemotiveerd weersproken dat hij zonder de wijzigingen in de pensioenregeling, ook lagere pensioenaanspraken zou hebben bereikt, zodat - mede gelet op de (geringe) omvang van het door de werkgever gestelde nadeel - niet geconcludeerd kan worden dat de gevolgen van de wijzigingen in de pensioenregeling voor de werknemer naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zouden zijn. De werkgever is niet gehouden om het nadeel van de fiscaal noodzakelijke wijzigingen in de pensioenregeling te compenseren, nu de werknemer de door de werkgever diverse geboden alternatieven om middels een nieuwe pensioenregeling pensioen op te bouwen over de provisie niet heeft aanvaard. Volgt afwijzing van de vorderingen van de werknemer m.b.t. diens pensioenregeling. Werknemer vordert voorts vakantiebijslag over provisie; werkgever stelt daarover geen vakantiebijslag verschuldigd te zijn. De wet bepaalt dat onder het in geld vastgestelde loon uit hoofde van de dienstbetrekking, tevens provisie dient te worden begrepen. De werkgever is gehouden om 8% vakantiebijslag over de provisie te betalen, de bepalingen in de betreffende CAO ontheffen de werkgever niet van deze verplichting. Er is evenmin sprake van rechtsverwerking. Volgt toewijzing van de vordering van de werknemer.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
De uitleg van [geïntimeerde] staat op gespannen voet met de tekst van beide bepalingen. Dat behoeft op zich nog niet aan de juistheid van deze uitleg in de weg te staan, maar vereist is dan wel - mede in het licht van hetgeen hiervoor is overwogen over het karakter van het reglement en de uitleg ervan - dat die, alternatieve, uitleg op zeer overtuigende wijze steun vindt in de systematiek van het reglement en aansluit bij de andere bepalingen uit het reglement.
Naar het oordeel van het hof is daarvan geen sprake. De door [geïntimeerde] in de memorie van antwoord aangevoerde argumenten voor de door hem voorgestane uitleg overtuigen niet. Allereerst gaat [geïntimeerde] er zonder meer van uit dat de pensioenregeling het karakter van een eindloonregeling heeft. Uit de door partijen aangehaalde bepalingen uit het pensioenreglement volgt echter dat niet het laatstgenoten salaris, maar het jaarsalaris van de deelnemer in het voorafgaande jaar (de pensioengrondslag) bepalend is voor de aanspraken op pensioen. Vervolgens vindt de stelling van [geïntimeerde] dat de ratio van artikel 5 lid 3 van het pensioenreglement is dat de pensioengrondslag over een volledig kalenderjaar wordt berekend geen steun in de tekst van het reglement zelf. Dat deze ratio volgt uit een aan partijen ter beschikking staande toelichting op dat reglement of uit hetgeen partijen dienaangaande over en weer hebben verklaard, is gesteld noch gebleken.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchiseovereenkomst. Boetebeding. Onredelijk bezwarend beding in Algemene voorwaarden vernietiging ex artikel 12.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen
Huurgeschil tussen een coöperatie van/voor drogisterij-ondernemingen (DA) en voormalig lid over de beëindiging van hun samenwerkingsovereenkomst en huurovereenkomst winkelruimte (81 RO).
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Schending van een franciseovereenkomst door betrokkenheid bij eenzelfde bedrijf. Omrechtmatig handelen door slaafse nabootsing van een website en een bedrijfsplan van de franchisegever.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Naar aanleiding van het samengaan van Big Boss Nederland en Serboucoum B.V , hebben drie franchisenemers de franchiseovereenkomst met Big Boss Nederland buitengerechtelijk ontbonden. De voorzieningenrechter heeft de vordering van Big Boss Nederland tot nakoming van de franchiseovereenkomst afgewezen. Sprake van dusdanige eenzijdige beleidswijzigingen dat er sprake is van een tekortkoming in de nakoming van de franchiseovereenkomst aan de zijde van Big Boss Nederland. Gerechtvaardigde vrees dat er niet of nauwelijks inspanningen worden gepleegd om Big Boss-formule op hetzelfde niveau als voorheen in de markt te blijven houden.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Arbeidsrecht. Tussen partijen gesloten 'franchising overeenkomst' waarbij franchisenemer als thuiskapper voor eigen rekening en risico door franchisegever aangeboden klanten knipt, onder strenge franchisevoorwaarden (w.a. werkwijze, kleding) niet aangemerkt als verkapte arbeidsovereenkomst, noch van een daarmee voor de toepassing van het BBA gelijkgestelde arbeidsverhouding zoals bedoeld in artikel 1 aanhef en onder b. sub 2 van dat Besluit.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
De slotsom, in aansluiting op het tussenvonnis, is dat geen enkele tegenvordering voor verrekening in aanmerking komt, zodat de hoofdvordering van de curatoren integraal moet worden toegewezen. De nevenvorderingen tot vergoeding van de wettelijke rente en buitengerechtelijke incassokosten zijn niet afzonderlijk weersproken en kunnen daarom eveneens worden toegewezen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchisegever en –nemer krijgen geen toestemming om af te wijken van de wettelijke bepalingen inzake huur van bedrijfsruimte. Nadelige bedingen inzake beëindiging en koopprijs. Huurder is een kleine ondernemer voor wie de beschermende regels van het huurrecht nu juist zijn opgesteld.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.