Jurisprudentie

Filter
15-07-2008
Rechtbank Zutphen, ECLI:NL:RBZUT:2008:BD7263

Kort geding. Tussen franchisegever en franchisenemer is een geschil ontstaan over de wijze waarop de franchisenemer uitvoering heeft gegeven aan de franchiseovereenkomst. De franchisegever had een aantal klachten van klanten ten grondslag gelegd aan de ontbinding van de franchiseovereenkomst. Franchisenemer berust in de ontbinding van de franchiseovereenkomst. De voorzieningenrechter oordeelt voorhands dat onvoldoende aannemelijk is dat de franchisenemer tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen uit de franchiseovereenkomst. Ook worden de vorderingen ten aanzien van het non-concurrentiebeding neergelegd in de franchiseovereenkomst over en weer afgewezen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

02-07-2008
Rechtbank Utrecht, ECLI:NL:RBUTR:2008:BD6010

Afbreken onderhandelingen, niet onrechtmatig, evenmin onaanvaardbaar vanwege 'andere omstandigheden'.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

24-06-2008
Rechtbank Utrecht, ECLI:NL:RBUTR:2008:BD5878

Partijen hebben een franchiseovereenkomst gesloten waarvan de huurovereenkomst deel uitmaakt. Partijen hebben aan de rechtbank een verzoek ter goedkeuring als bedoeld in artikel 7:921 BW voorgelegd voor twee bedingen. De kantonrechter wijst het verzoek af.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

10-06-2008
Rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2008:BD9670

Intellectueel eigendom / merkenrecht.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen

04-06-2008
Rechtbank Amsterdam, ECLI:NL:RBAMS:2008:BE9628

Meijers c.s. stelt zich op het standpunt dat met ING een franchiseovereenkomst is overeengekomen - hetgeen door ING wordt betwist - en stelt dat ING toerekenbaar te kort is geschoten in de nakoming van de franchiseovereenkomst. In het midden kan blijven of er wel of niet een franchiseovereenkomst tot stand is gekomen, nu de onderhandelingen tussen ING en Meijers in ieder geval der mate ver waren gevorderd dat Meijers er op mocht vertrouwen dat deze onderhandelingen in de totstandkoming van een franchiseovereenkomst zouden resulteren. Aannemelijk is dat het tot een dergelijke overeenkomst zou zijn gekomen, indien ING het traject met Meijers niet had beëindigd. Anders dan ING aanvoert, hebben zich geen onvoorziene omstandigheden voorgedaan die het afbreken van de onderhandelingen rechtvaardigen. De door ING genoemde omstandigheden dienen voor rekening en risico van ING te komen. Het positief contractsbelang van Meijers c.s. komt voor vergoeding in aanmerking. Meijers c.s. wordt toegelaten zich onder inachtneming van de door de rechtbank geformuleerde uitgangspunten bij akte uit te laten over de hoogte van het voor vergoeding in aanmerking komende positief contractsbelang.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

07-05-2008
Rechtbank Utrecht, ECLI:NL:RBUTR:2008:BD1143

Franchise overeenkomst, beroep op dwaling, toegezegde gegarandeerde schade-uitkering door autoverzekeraar bestond niet.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

25-04-2008
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2008:BD3286

Verwarringsgevaar bij het publiek is te duchten van de naam Tribas naast die van Trias in de branche van personeelsbemiddeling.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

23-04-2008
Rechtbank Utrecht, ECLI:NL:RBUTR:2008:BD0116

Afgebroken onderhandelingen, overname franchisenemer - franchise, afhankelijk van akkoord franchisegever - overname kandidaat.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

03-04-2008
Rechtbank Zwolle-Lelystad, ECLI:NL:RBZLY:2008:BD3155

Tussentijdse beëindiging van franchiseovereenkomst, nadat franchisenemer onder invloed van bipolaire stoornis toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van zijn verplichtingen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

12-03-2008
Rechtbank Breda, ECLI:NL:RBBRE:2008:BC6867

Werknemer heeft een pensioenregeling, zijnde een eindloonregeling, waarin vanaf 1 januari 2003 wegens gewijzigde wetgeving geen pensioen meer opgebouwd mag worden over de provisie en maximering van de werkgeversbijdrage niet langer is toegestaan. Werkgever heeft de pensioenregeling van de werknemer derhalve op voornoemde twee punten aangepast. Van een onbevoegde eenzijdige aanpassing van de pensioenregeling door de werkgever is geen sprake, nu de werknemer zelf stelt dat hij gehouden was deze aanpassingen te aanvaarden en zich daaraan gebonden acht, ook al heeft hij bij wijze van protest tevens bezwaren geuit die hij in de aangepaste pensioenregeling ziet. De werknemer heeft (de omvang van) het nadeel dat hij door de gewijzigde pensioenregeling zou leiden onvoldoende inzichtelijk gemaakt en onvoldoende gemotiveerd weersproken dat hij zonder de wijzigingen in de pensioenregeling, ook lagere pensioenaanspraken zou hebben bereikt, zodat - mede gelet op de (geringe) omvang van het door de werkgever gestelde nadeel - niet geconcludeerd kan worden dat de gevolgen van de wijzigingen in de pensioenregeling voor de werknemer naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zouden zijn. De werkgever is niet gehouden om het nadeel van de fiscaal noodzakelijke wijzigingen in de pensioenregeling te compenseren, nu de werknemer de door de werkgever diverse geboden alternatieven om middels een nieuwe pensioenregeling pensioen op te bouwen over de provisie niet heeft aanvaard. Volgt afwijzing van de vorderingen van de werknemer m.b.t. diens pensioenregeling. Werknemer vordert voorts vakantiebijslag over provisie; werkgever stelt daarover geen vakantiebijslag verschuldigd te zijn. De wet bepaalt dat onder het in geld vastgestelde loon uit hoofde van de dienstbetrekking, tevens provisie dient te worden begrepen. De werkgever is gehouden om 8% vakantiebijslag over de provisie te betalen, de bepalingen in de betreffende CAO ontheffen de werkgever niet van deze verplichting. Er is evenmin sprake van rechtsverwerking. Volgt toewijzing van de vordering van de werknemer.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.