Wanprestatie verzekeraar bij afsluiten levensverzekeringspolis. Omstandigheden van het geval; schending zorgplicht door niet-waarschuwen voor fiscale gevolgen. Aanvulling feitelijke grondslag? Geen strijd met art. 24 of 149 Rv. Geen ten onrechte gepasseerde stellingen. Bewijsoordeel getuigt niet van onjuiste rechtsopvatting en is voorts niet onbegrijpelijk.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Toepasselijk recht; kwalificatie van de overeenkomst; kenmerken van franchising; mededinging beperkende bedingen; non-concurrentiebeding; exclusieve afnameverplichting en EU-groepsvrijstelling Vo. (EU) nr. 330/2010.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Bewijsopdracht aan franchiseorganisatie die erop neerkomt dat voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat zij de door haar verhuurde bedrijfsruimte in de zin van artikel 7: 290 BW dringend nodig heeft voor eigen gebruik.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Partijen hebben een franchise overeenkomst gesloten. Eiser, franchisenemer had toegang tot het intranet van Bart's Retail B.V. (gedaagde 1, franchisegever), het zogenaamde Bartnet. Op het forum van het Bartnet heeft eiser berichten geplaatst, die volgens gedaagde onrechtmatig zijn. Daarnaast zijn er e-mailberichten gestuurd door ene Robin Hood, waarvan gedaagde stelt dat deze afkomstig zijn van eiser. Eiser heeft de beschuldigingen betwist. Deze (en andere) omstandigheden hebben er toe geleid dat gedaagde de franchise overeenkomst met eiser heeft ontbonden. De vraag is of deze buitengerechtelijke ontbinding op juiste gronden heeft plaatsgevonden.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchiseovereenkomsten door franchisegever niet rechtsgeldig ontbonden. Franchisegever gehouden tot nakoming van de overeenkomsten.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Gedaagde exploiteert een Super de Boer franchiseonderneming. Super de Boer wordt overgenomen door Jumbo supermarkten. Jumbo heeft een overeenkomst gesloten met C1000 inhoudende de doorverkoop van 80 Super de Boer supermarkten aan C1000. Gedaagde zal overgaan op de C1000 formule. Gedaagde heeft de C1000 formule geweigerd. Gedaagde heeft gevorderd dat zij niet verplicht is tegen haar wil mee te werken aan de vervanging van de bestaande rechtsverhouding met Super de Boer door nieuwe overeenkomsten met C1000-groep of een andere supermarktgroep te sluiten. De rechtbank heeft gedaagde in het gelijk gesteld. Gedaagde exploiteert vervolgens supermarkt onder eigen naam op locatie. Hoofdverhuurder heeft Super de Boer gedagvaard en vordert ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde wegens wanprestatie. Super de Boer vordert primair bij wege van voorlopige voorziening dat gedaagde de bedrijfsruimte ontruimt en verlaat. Onvoldoende aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst en de huurovereenkomst en dat die tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Super de Boer vorderde subsidiair gedaagde te verbieden de bedrijfsruimte als supermarkt te exploiteren. Onvoldoende aannemelijk dat Super de Boer zich jegens gedaagde kan beroepen op het non-concurrentiebeding in de samenwerkingsovereenkomst.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
- Is de tussen partijen gesloten overeenkomst te bestempelen als franchise- of licentieovereenkomst?
- Uit de redelijkheid en billijkheid in verband met de aard van de franchiseovereenkomst vloeit niet de algemene regel voort, dat op de franchisegever een verbintenis rust om de franchisenemer in te lichten omtrent de te verwachten omzet of omtrent de winstverwachting. Bijzondere omstandigheden kunnen een zodanige verbintenis wel meebrengen, maar het bestaan van zodanige omstandigheden in het onderhavige geval zijn niet, althans onvoldoende gesteld of gebleken.
- Indien de franchisegever gegevens aan de franchisenemer verstrekt, dient eerstgenoemde in te staan voor de juistheid van die gegevens. Het voorgaande brengt met zich, dat een franchisegever door de franchisenemer aansprakelijk kan worden gehouden voor onjuist geprognosticeerde gegevens, indien de prognose is gebaseerd op verkeerde uitgangspunten en is voorbijgegaan aan negatieve effecten die bij de prognose hadden moeten worden betrokken, terwijl de franchisenemer op grond van de gedragingen en mededelingen van de franchisegever hiermee geen rekening hoefde te houden of anderszins erop bedacht moest zijn, dat de prognose niet realistisch was. Hierbij heeft te gelden dat het enkele feit, dat het resultaat lager is dan door de franchisegever is geprognosticeerd niet -zonder meer- meebrengt, dat de prognose ondeugdelijk is. Immers, de mate waarin een prognose kan worden gerealiseerd is mede afhankelijk van een aantal concrete omstandigheden die vooraf slechts veronderstellenderwijs zijn te bepalen en is mede afhankelijk van de niet (steeds) vooraf te taxeren kwaliteiten en inspanningen van de franchisenemer.
- De zorgplicht van de franchisegever zoals die voortvloeit uit de franchiseovereenkomst brengt mee, dat indien de geprognosticeerde omzet niet wordt gehaald door de franchisenemer, de franchisegever de verplichting heeft de franchisenemer advies en bijstand te verlenen, teneinde te komen tot een situatie die recht doet aan de franchiseovereenkomst, te weten een overeenkomst waarbij zowel de franchisegever als de franchisenemer profijt hebben. Komt de franchisegever deze verplichting niet na, dan is zij uit dien hoofde aansprakelijk voor de door de franchisenemer geleden schade.
- Volgt: onderzoek naar de herkomst van de diverse gegevens
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchiseovereenkomst. Uitleg dmv Haviltex. Beleidsvrijheid franchisegever tav verzoek tot overname winkel door derde. Deze beleidsvrijheid wel begrensd door de redelijkheid. Redelijkheid overschreden door geen enkel onderzoek naar mogelijk overnemende derde te doen, maar onvoldoende feiten gesteld dat wel aangaan van de selectieprocedure tot andere uitkomst had geleid.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Vernietiging franchiseovereenkomst op grond van dwaling ten aanzien van de juistheid van de door franchisegever verstrekte omzetprognose; afwijzing positief contractsbelang.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchiseovereenkomst, tussentijdse beëindiging, non-concurrentiebeding, relatiebeding, schorsing, redelijkheid en billijkheid, uitleg, beperkingen, arbeidsovereenkomst, onaanvaardbaar, soorgelijke activiteiten.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.