Jurisprudentie

Filter
14-06-2016
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2016:2363

Franchise.

Dwaling of onrechtmatig handelen vanwege gestelde onjuiste prognose niet aangenomen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

08-06-2016
Rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:2986

Partijen zijn verdeeld over de vraag of een bonus (of commissie, partijen zijn het niet eens over de exacte benaming) tot het loon behoort waarover ook vakantiebijslag betaald moet worden. De kantonrechter oordeelt dat de maandelijkse betalingen tot het loon behoren, omdat geen van de uitzonderingen van artikel 6 WML van toepassing is.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

08-06-2016
Rechtbank Overijssel, ECLI:NL:RBOVE:2016:2172

In dit vonnis ging het over de vraag of het verstrekte cijfermateriaal kan worden gekwalificeerd als een prognose en of deze prognose onzorgvuldig en ondeugdelijk was. Volgens de rechtbank impliceert de vermelding dat een bepaalde omzet behaald moet worden om een bepaalde winst te halen dat die omzet ook behaald kan worden. Dat de term taakstelling is gebruikt doet daar geen afbreuk aan. De rechtbank concludeert dan ook dat sprake is van een prognose.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

17-05-2016
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, ECLI:NL:GHARL:2016:3811

Pensioenzaak. Matiging forfaitaire schadevergoeding. Vervolg op ECLI:NL:GHARL:2015:7325

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

12-05-2016
Rechtbank Rotterdam, ECLI:NL:RBROT:2016:3477

Boetes (wegens strijd met artikel 6 Mw en 101 VWEU) voor rayonneringsafspraken tussen wasserijen in gezondheidszorg, met daarin vastgelegd een verbod op (passieve en) actieve acquisitie buiten het eigen rayon. Marktverdelingsovereenkomsten leveren zeer zware inbreuken op de mededinging (HvJ EU 20 januari 2016, ECLI:EU:C:2016:26, Toshiba). Voor dergelijke overeenkomsten kan de analyse van de economische en juridische context van de praktijk worden beperkt tot hetgeen strikt noodzakelijk is om te kunnen besluiten dat er sprake is van een mededingingsbeperkende strekking. ACM heeft voldoende onderzoek gedaan om een beeld te krijgen van de werking van de markt en de betekenis van de afspraken daarvoor. Er is sprake van een enkele, voortdurende (ook nadat verbod op passieve acquisitie was vervallen) inbreuk.

Er is geen sprake van een verticale overeenkomst en evenmin van franchise. Groepsvrijstelling Verticalen is niet van toepassing. Ook de uitzondering van artikel 6 lid 3 Mw en 101 lid 3 VWEU is niet van toepassing.

ACM heeft onvoldoende onderzoek gedaan naar betrokkenheid van één onderneming bij de afspraak. Deze onderneming zou zich vanaf 28 augustus 2003 alleen nog op persoonsgebonden was toeleggen. Voor deze onderneming is de overtreding verjaard.

Boetes voor overige ondernemingen evenredig, maar ambtshalve gematigd wegens overschrijding redelijke termijn. De ambtshalve vaststelling van deze overschrijding leidt niet tot een gegrond beroep en evenmin tot een bepaling tot betaling van het griffierecht en een veroordeling in de proceskosten (HR 16 september 2011, ECLI:NL:HR:2011:BP8053).

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

11-05-2016
Rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2016:5562

Geen overeenkomst tot stand gekomen tussen eiseres en gedaagde strekkende tot overgang C1000 supermarkt naar Albert Heijn supermarkt. Geen voldoende bepaalbaar aanbod. Geen sprake van onrechtmatig door gedaagde afgebroken onderhandelingen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

11-03-2016
Rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2016:1387

Franchise. Franchisenemer huurt zijn bakkerswinkel van franchisegever. Niet aannemelijk gemaakt dat verslechtering financiële situatie is veroorzaakt door nieuw huurconditiestelsel waarmee huurprijs niet langer rechtstreeks is gekoppeld aan de omzet. Hoge groothandelsmarge op deegwaren niet onredelijk gezien de totale ketenmarge. Weigering (tussentijdse) aanpassing overeenkomst door franchisegever niet in strijd met zorgplicht. Geen arbeidsovereenkomst aangenomen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

09-03-2016
Rechtbank Gelderland, ECLI:NL:RBGEL:2016:1691

Beëindiging franchise-overeenkomst, gevolgen van de beëindiging. Handelsnaamrecht; merkenrecht. Gebruik van het beeldmerk van franchisegever door franchisenemer na de beëindiging is, hoewel onopzettelijk en meer als gevolg van slordigheid, wanprestatie. Als schadevergoeding toegewezen de forfaitaire franchisevergoeding over de periode dat het beeldmerk nog door franchisenemer is gebruikt, althans niet verwijderd uit commerciële uitingen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

08-03-2016
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2016:851

Franchise. Faillissement van de franchisegever. Gevolgen voor de procedure in verband met verrekenvordering.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

03-02-2016
Rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2016:718

Franchiseovereenkomst. Geen grond voor het oordeel dat franchisegever tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst dan wel dat zij onrechtmatig heeft gehandeld jegens de franchisenemers. Vergeefs beroep op schending van de op de franchisegever rustende zorgplicht. Evenmin sprake van onrechtmatig handelen door de franchisegever. Gestelde dwaling kan de vorderingen niet dragen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.