Jurisprudentie

Filter
20-01-2016
Rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:353

Kort geding tussen IPIC en franchisenemer, partijen hebben een geschil over het opzeggen van een huurovereenkomst van een wasstraat en hebben zich gezamenlijk tot de rechter gewend. Het geschil gaat over het opzeggen van een huurovereenkomst en een onderhuurovereenkomst. IPIC vordert de franchisenemer om het terrein van de wasstraat binnen 5 dagen na het vonnis te verlaten. De voorzieningenrechter oordeelt dat de franchisenemer binnen 14 dagen het terrein moet verlaten. Voorafgaand aan de ontruiming dient IPIC betaling te doen van €6.750.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

13-01-2016
Rechtbank Midden-Nederland, ECLI:NL:RBMNE:2016:191

Kort geding. Afwikkeling franchiseovereenkomst. Eiseres heeft onvoldoende aannemelijk gemaakt dat gedaagden gemaakte afspraken niet nakomen en/of onrechtmatig met haar concurreren.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

12-01-2016
Gerechtshof Den Haag, ECLI:NL:GHDHA:2016:256

Franchiseovereenkomst; uitleg begrip 'kostprijs'. Belang bij verklaring voor recht.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

06-01-2016
Rechtbank Oost-Brabant, ECLI:NL:RBOBR:2016:15

Contradictoire handelszaak. Opzegging franchiseovereenkomsten. De supermarktketen Jumbo heeft de al jarenlang bestaande franchiserelatie met vier franchisenemers (vier supermarkten die feitelijk worden bestuurd door twee ondernemers) opgezegd vanwege een drietal incidenten. Jumbo beoogt met deze procedure onder meer te bewerkstelligen dat de supermarktexploitaties aan haar worden overgedragen. De franchisenemers betwisten onder meer de rechtsgeldigheid van de opzeggingen.

De rechtbank stelt vast dat de franchisenemers met de drie incidenten zijn tekortgeschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit hoofde van de franchiseovereenkomsten. Gezien de ruime beëindigingsregeling in de franchiseovereenkomst, die inhoudt dat elke tekortkoming van de franchisenemer kan leiden tot een rechtsgeldige opzegging door de franchisegever, was Jumbo bevoegd tot opzegging. Ondanks de niet te miskennen ernstige gevolgen van de beëindiging van de franchiserelatie voor de franchisenemers acht de rechtbank de opzegging niet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar. Het beroep van de franchisenemers op artikel 6:248 lid 2 BW slaagt derhalve niet.

De rechtbank bepaalt dat het vonnis slechts uitvoerbaar bij voorraad zal worden verklaard ten aanzien van de twee supermarkten waarvoor de looptijd van de franchiseovereenkomst binnen afzienbare tijd hoe dan ook zou zijn verstreken.

In reconventie hebben de franchisenemers vorderingen ingesteld in verband met de herindeling van hun exclusieve verzorgingsgebieden door Jumbo na de overname door Jumbo van C1000 en de ombouw van C1000 supermarkten naar de Jumbo formule in hun verzorgingsgebied.

De rechtbank oordeelt dat Jumbo op grond van de franchiseovereenkomsten bevoegd was tot deze herindeling en ook van deze bevoegdheid gebruik heeft kunnen maken. Een beroep op artikel 6:248 lid 2 BW slaagt ook hier niet. Op grond van de franchiseovereenkomst hadden de franchisenemers echter wel het eerste recht de exploitaties van de om te bouwen C1000 supermarkten in hun verzorgingsgebieden ter hand te nemen, tenzij Jumbo gehouden was deze exploitaties met de bestaande (C1000-)exploitanten voort te zetten. De rechtbank constateert dat ten aanzien van één omgebouwde supermarkt niet vast staat dat Jumbo gehouden was de exploitatie daarvan voort te zetten met de zoon van de voormalig (C1000-)exploitant, zoals Jumbo heeft gedaan. Jumbo wordt in dit verband bewijs opgedragen.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

24-12-2015
Rechtbank Noord-Holland, ECLI:NL:RBNHO:2015:11974

Franchisenemer vordert van de franchisegever vergoeding van goodwill op grond van artikel 7:308 BW nadat de franchisegever de huurovereenkomst had opgezegd. De rechtbank wijst de vordering van de franchisenemer af. Volgens de rechtbank was er geen sprake van voordeel aan de zijde van franchisegever. De klantenkring was namelijk niet het gevolg van de activiteiten ondernomen door franchisenemer, maar door de locatie waar de onderneming zich bevond.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

22-12-2015
Rechtbank Noord-Nederland, ECLI:NL:RBNNE:2015:5807

Aard van de pensioentoezegging.

Geslaagd beroep op artikel 6:8A BW (klachtplicht).

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

22-12-2015
Gerechtshof Den Haag, ECLI:NL:GHDHA:2015:3814

Kredietovereenkomst; bedongen zekerheden waaronder een pandrecht.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

01-12-2015
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2015:4989

Op een franchisegever rust geen bijzondere zorgplicht alleen omdat sprake is van een franchiseverhouding. Op basis van de omstandigheden van het geval moet de franchisenemer bewijzen dat op de franchisegever een bijzondere zorgplicht rust. Beroep op exoneratiebeding door franchisegever is naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.

24-11-2015
Gerechtshof 's-Hertogenbosch, ECLI:NL:GHSHE:2015:4756

Huur en franchise. Nakoming beëindigingsafspraak in kort geding.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen. 

13-11-2015
Rechtbank Overijssel, ECLI:NL:RBOVE:2015:5020

De kortgedingrechter oordeelt dat de Bruna-franchisewinkel in Steenwijk binnen één week moet worden ontruimd.

Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.