Overtreding non-concurrentiebeding in franchiseovereenkomst, uitleg, dwaling, verstrekte omzetprognose ondeugdelijk, toerekenbare tekortkoming, redelijkheid en billijkheid, uitvoerbaarverklaring bij voorraad.
Klik HIER om de volledie uitspraak te lezen.
Franchise-overeenkomst.
Boeteclausule in overeenkomst.
Reeds op grond van het ontbreken van een ingebrekestelling - per mail of per aangetekend schrijven - kan worden geconcludeerd dat er geen grond is voor een veroordeling tot betaling van een boete.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Vervolg op rechtbank Amsterdam 28 oktober 2009, JOR 2011, 106. De rechtbank stelt, na deskundigenbericht, aan de hand van artikel 7:405 lid 2 BW vast wat een redelijk loon van een bestuurder van een b.v. is. De vernietiging van het besluit tot goedkeuring van de managementovereenkomst tussen b.v. en bestuurder, waarin het loon van de bestuurder was bepaald, brengt niet de (ver)nietig(baar)heid mee van de besluiten tot vaststelling van de jaarrekeningen waarin dat loon was opgenomen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Wanprestatie verzekeraar bij afsluiten levensverzekeringspolis. Omstandigheden van het geval; schending zorgplicht door niet-waarschuwen voor fiscale gevolgen. Aanvulling feitelijke grondslag? Geen strijd met art. 24 of 149 Rv. Geen ten onrechte gepasseerde stellingen. Bewijsoordeel getuigt niet van onjuiste rechtsopvatting en is voorts niet onbegrijpelijk.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Wanprestatie verzekeraar bij afsluiten levensverzekeringspolis. Omstandigheden van het geval; schending zorgplicht door niet-waarschuwen voor fiscale gevolgen. Aanvulling feitelijke grondslag? Geen strijd met art. 24 of 149 Rv. Geen ten onrechte gepasseerde stellingen. Bewijsoordeel getuigt niet van onjuiste rechtsopvatting en is voorts niet onbegrijpelijk.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Toepasselijk recht; kwalificatie van de overeenkomst; kenmerken van franchising; mededinging beperkende bedingen; non-concurrentiebeding; exclusieve afnameverplichting en EU-groepsvrijstelling Vo. (EU) nr. 330/2010.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Bewijsopdracht aan franchiseorganisatie die erop neerkomt dat voldoende aannemelijk wordt gemaakt dat zij de door haar verhuurde bedrijfsruimte in de zin van artikel 7: 290 BW dringend nodig heeft voor eigen gebruik.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Partijen hebben een franchise overeenkomst gesloten. Eiser, franchisenemer had toegang tot het intranet van Bart's Retail B.V. (gedaagde 1, franchisegever), het zogenaamde Bartnet. Op het forum van het Bartnet heeft eiser berichten geplaatst, die volgens gedaagde onrechtmatig zijn. Daarnaast zijn er e-mailberichten gestuurd door ene Robin Hood, waarvan gedaagde stelt dat deze afkomstig zijn van eiser. Eiser heeft de beschuldigingen betwist. Deze (en andere) omstandigheden hebben er toe geleid dat gedaagde de franchise overeenkomst met eiser heeft ontbonden. De vraag is of deze buitengerechtelijke ontbinding op juiste gronden heeft plaatsgevonden.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchiseovereenkomsten door franchisegever niet rechtsgeldig ontbonden. Franchisegever gehouden tot nakoming van de overeenkomsten.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Gedaagde exploiteert een Super de Boer franchiseonderneming. Super de Boer wordt overgenomen door Jumbo supermarkten. Jumbo heeft een overeenkomst gesloten met C1000 inhoudende de doorverkoop van 80 Super de Boer supermarkten aan C1000. Gedaagde zal overgaan op de C1000 formule. Gedaagde heeft de C1000 formule geweigerd. Gedaagde heeft gevorderd dat zij niet verplicht is tegen haar wil mee te werken aan de vervanging van de bestaande rechtsverhouding met Super de Boer door nieuwe overeenkomsten met C1000-groep of een andere supermarktgroep te sluiten. De rechtbank heeft gedaagde in het gelijk gesteld. Gedaagde exploiteert vervolgens supermarkt onder eigen naam op locatie. Hoofdverhuurder heeft Super de Boer gedagvaard en vordert ontbinding van de huurovereenkomst en de ontruiming van het gehuurde wegens wanprestatie. Super de Boer vordert primair bij wege van voorlopige voorziening dat gedaagde de bedrijfsruimte ontruimt en verlaat. Onvoldoende aannemelijk dat de bodemrechter zal oordelen dat gedaagde tekort is geschoten in de nakoming van haar verplichtingen uit de samenwerkingsovereenkomst en de huurovereenkomst en dat die tekortkoming de ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Super de Boer vorderde subsidiair gedaagde te verbieden de bedrijfsruimte als supermarkt te exploiteren. Onvoldoende aannemelijk dat Super de Boer zich jegens gedaagde kan beroepen op het non-concurrentiebeding in de samenwerkingsovereenkomst.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.