In deze zaak hebben 242 Albert Heijn franchisenemers samen met de Vereniging van Albert Heijn Franchisenemers Albert Heijn en een aantal gelieerde maatschappijen gedagvaard.
De franchisenemers stellen dat Albert Heijn sommige inkoopvoordelen niet volledig doorgeeft aan de franchisenemers. Ook zou het bedrijf sommige kosten dubbel opleggen, de winst over de Allerhande en de Bonusfolder niet delen en bonussen van toeleveranciers niet doorspelen, in elk geval in de periode 2008-2012, maar vermoedelijk ook in de jaren ervoor.
Albert Heijn wil de betrokken voordelen volgens de franchisenemers niet langer delen terwijl het principe van “eerlijk delen” wel aan de relatie ten grondslag ligt, en ook betrekking heeft op revenuen in verband met advertenties in de “Allerhande” of de “Bonusfolder”
Onderdeel van het geschil is de klacht dat Albert Heijn geleidelijk aan de informatie op grond waarvan de jaarlijkse afrekeningen worden opgesteld steeds minder met de franchisenemers deelt en zij daardoor steeds minder in staat zijn de juistheid van die afrekeningen te controleren. Omdat Albert Heijn geen inzicht in zijn boeken wil geven, eisen de franchisenemers inzage in de boeken van Albert Heijn om hun vermoedens te kunnen toetsen.
Albert Heijn, op haar beurt, beschuldigt de franchisenemers ervan dat ze hun positie niet begrijpen: Ze presenteren zich als onderdeel van een maatschap, niet als een franchisenemer. Ze zeggen dat ze eerlijk willen delen, maar ze bedoelen eenzijdig delen. Er valt volgens Albert Heijn best te praten over een andere verdeling, maar dan moeten de franchisenemers bereid zijn om de relatie op andere leest te schoeien.
De rechtbank heeft alle vorderingen van de franchisenemers afgewezen, kortweg omdat de rechtbank genoemd principe van “eerlijk delen” niet terugvindt in de franchise overeenkomsten, die juist uitgaan van zelfstandigheid van de franchisenemer, die de AH winkel geheel voor eigen rekening en risico exploiteert. Ook de vordering strekkende tot deskundigenonderzoek wordt afgewezen, omdat de franchisenemers via hun vereniging van AH franchisenemers en haar accountant voldoende contractuele mogelijkheid hebben om de cijfers te controleren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de wijzigingen in het proces waarlangs jaarlijks afrekening plaatsvindt, hebben plaatsgevonden met betrokkenheid en instemming van de franchisenemers, vertegenwoordigd door hun vereniging, en dat die afrekening ook na die wijzigingen nog steeds gelegenheid biedt voor reële betrokkenheid en controle van de franchisenemers.
Tot slot heeft de rechtbank nog opgemerkt dat de vele vorderingen van eisers weliswaar een deugdelijke juridische (contractuele) grondslag missen, maar dat dit niet betekent dat de besproken eisen “aan de onderhandelingstafel” niet legitiem zouden kunnen zijn. De rechtbank kan niet treden in de vraag of de huidige franchiseovereenkomsten evenwichtig zijn, in die zin dat er een goede balans is tussen de belangen van franchisenemers en franchisegever. Duidelijk is dat de franchisenemers van opvatting zijn dat die balans er niet (meer) is. Het is ook in het belang van AH dat de rust bij haar franchisenemers terugkeert. De rechtbank heeft partijen opgeroepen om hun geschilpunten via onderhandeling tot een oplossing te brengen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Contractenrecht, onrechtmatige daad. Franchiseovereenkomst, dwaling. Handelt franchisegever onrechtmatig door rapport met onjuiste prognoses aan wederpartij te verschaffen? Betekenis van HR 25 januari 2002, ECLI:NL:HR:2002:AD7329, NJ 2003/31 (Paalman/Lampenier).
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Arbeidsovereenkomst. Goed werkgeverschap
Werknemer treedt op 10 februari 1998 in dienst. Zijn pensioenpremie komt voor rekening van de werkgever. Het pensioenreglement bepaalt, dat indien het deelnemerschap, anders dan door overlijden, eindigt vóór de ingangsdatum van het ouderdomspensioen en korter dan vijf jaar zal hebben geduurd, de pensioenaanspraken voor de werknemer vervallen en de verzekering ten gunste van de werkgever zal worden afgekocht. Per 1 september 2000 wordt de werknemer in verband met een reorganisatie ontslagen. De afvloeiingsregeling luidt onder meer dat werknemers met een dienstverband korter dan vijf jaar ofwel de reeds betaalde pensioenpremie uitgekeerd kunnen krijgen ofwel de betaalde premie kunnen laten omzetten in een premievrije polis. Dit laatste wordt door de werkgever geadviseerd. De werknemer heeft niet voor één van beide opties gekozen. Hij is ervan uitgegaan, dat het opgebouwde pensioen premievrij is geworden. Hij komt er in 2010 achter dat dit niet is gebeurd en spreekt de werkgever aan ter zake van schadevergoeding op grond van strijd met goed werkgeverschap, op grond dat deze hem niet duidelijk en onomwonden heeft geïnformeerd omtrent de procedures. Vordering is in beginsel toewijsbaar. Rolverwijzing met het oog op de schadeberekening.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
In dit kort geding is onvoldoende aannemelijk geworden dat in strijd met het mededingingsrecht is gehandeld.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Bevoegdheidsincident. Internationale bevoegdheid. De rechtbank maakt een uitzondering op de hoofdregel dat de rechter bij de beoordeling van zijn internationale bevoegdheid niet gebonden is aan de stellingen in de dagvaarding.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Vordering betaling contractuele boete wegens schending concurrentiebeding is niet toewijsbaar. Blijkens vaste rechtspraak strekt een non-concurrentiebeding in een franchiseovereenkomst er in de eerste plaats toe om de franchisegever in staat te stellen zijn exclusieve know-how aan de franchisenemer over te dragen, en om aan de franchisenemer bijstand bij de toepassing van zijn methoden te kunnen verlenen, zonder daarbij het risico te lopen dat die kennis en die bijstand ten goede kunnen komen aan concurrenten. Dat belang speelt in onderhavige zaak niet.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchise-overeenkomst. Tegenvallende omzet, ook na verbetertraject van meerdere jaren. SL stuurt aan op beeindiging franchise-verhouding, die laatstelijk met 1 jaar was verlengd ipv met 5 jaren. S vordert gebod tot aanbieding nieuwe overeenkomst voor de duur van 4 jaren, subsidiair 1 jaar, danwel totdat de bodemrechter over voortzetting van de franchise-relatie heeft geoordeeld in nog niet aanhangige bodemzaak. SL vordert in reconventie ge- en verboden waarmee zij beoogt dat S per 1 september 2016 niet langer als franchisee van SL optreedt noch in de nabijheid een gelijksoortig bedrijf gaat uitoefenen.
Voorzieningenrechter in conventie: In kort geding geen plaats voor toewijzing van enig deel van het gevorderde, nu daarmee in wezen een definitieve rechtstoestand zou worden bewerkstelligd in het geschil tussen partijen. Voorzieningenrechter overweegt ten overvloede dat onvoldoende aannemelijk is gemaakt dat de laatste franchiseovereenkomst en het daarbij horende addendum van 31 augustus 2015 op grond van dwaling of m.v.o. kan/kunnen worden aangetast.
In reconventie wordt S veroordeeld zich per datum vonnis te onthouden van al hetgeen waartoe zij krachtens de franchise-overeenkomst was gerechtigd en van concurrerende werkzaamheden gedurende 1 jaar binnen een straal van 25 km
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Besluit vergunning onder voorwaarden verleend voor overname. Afwijzing verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Eigenrisicodrager, niet zijnde de actuele werkgever, is belanghebbende bij besluiten waarbij een betrokkene (een voorschot op) een WIA-uitkering is toegekend. Beroep van eigenrisicodrager, niet zijnde de actuele werkgever, tegen de loonsanctie wordt doorgezonden naar de CRvB, omdat de rechtbank hierover een uitspraak heeft gedaan in een beroepszaak van de werkgever.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Schending exclusiviteitsbeding uit franchiseovereenkomst door franchisegever. Geen rangorde tussen rechten uit beide franchiseovereenkomsten. Aangaan franchiseovereenkomst met derde komt voor risico franchisegever.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.