NS Stations heeft de huurovereenkomst met betrekking tot Grand Café La Gare du Sud in het Centraal Station van [vestigingsplaats] opgezegd, waarmee de huurder niet heeft ingestemd, en heeft vervolgens bij de kantonrechter een vordering ingesteld tot het vaststellen van het tijdstip waarop de huurovereenkomst eindigt. Aan deze vordering heeft NS Stations ten grondslag gelegd dat zij het gehuurde dringend nodig heeft voor eigen gebruik in het kader van de geplande verbouwing van het station en met name van de aanleg van een nieuwe reizigerstunnel.
De kantonrechter acht het dringend eigen gebruik aanwezig. Hij heeft de vordering toegewezen en heeft daarbij bepaald dat de huurovereenkomst op 1 oktober 2013 eindigt. De huurder komt daartegen op in dit hoger beroep. Ook het hof acht het dringend eigen gebruik aanwezig. De zaak wordt aangehouden om de huurder in de gelegenheid te stellen het gehele, in zijn opdracht opgestelde rapport over te leggen waarmee hij onderbouwt dat hij verhuis- en herinrichtingskosten zal maken en om te laten reageren op wat NS Stations over die kosten heeft aangevoerd.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Startend ondernemer, franchisenemer, heeft een huurovereenkomst gesloten met een derde. Het beroep op het in de huurovereenkomst opgenomen financieringsvoorbehoud slaagt.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Beroep op dwaling bij aangaan van huur- en dealerovereenkomst niet gehonoreerd.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kort geding. Franchisenemer vordert vernietiging van de franchiseovereenkomst op grond van dwaling. Franchisegever heeft volgens hem onjuiste omzet- en winstprognoses verstrekt. Franchisegever vordert nakoming van de franchiseovereenkomst en in het bijzonder het non-concurrentiebeding. De voorzieningenrechter oordeelt dat het vooralsnog onvoldoende aannemelijk is dat de franchiseovereenkomst rechtsgeldig is vernietigd, zodat de franchisenemer gehouden is om zich aan het non-concurrentiebeding te houden.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Franchisenemer vordert nakoming van de levering van voorraad door de franchisegever. De beoordeling hiervan komt neer op beantwoording van de vraag of de franchisegever de levering mag opschorten, omdat franchisenemer de betaling van de franchisefee heeft opgeschort. Dat is naar het oordeel van de voorzichtenrechter niet het geval, onder meer omdat tussen de vordering tot levering en de vordering van de franchisegever, welke ziet op betaling van de fee, onvoldoende samenhang bestaat. In kort geding vastgesteld worden dat opschorting door de franchisenemer niet iedere grondslag is ontbloot. Voort is het stopzetten van de leveranties, gelet op de omstandigheden van het geval, waaronder de afhankelijke positie van de franchisenemer, een te ingrijpende reactie. Volgt toewijzing.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kort geding; partijen hebben franchise-overeenkomsten gesloten, die inmiddels zijn geëindigd; gedaagde werkt mee aan afwikkeling van die overeenkomsten voor wat betreft het ontruimen van de winkel en teruggave van alle tot het concern behorende inventaris; gedaagde dient zich te houden aan het non-concurrentiebeding dat onderdeel uitmaakt van de franchise-overeenkomst op de wijze als in het vonnis vermeld.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Overeenkomst van opdracht. Zorgplicht pensioenadviesbureau. Causaliteit. Klachtplicht. Algemene voorwaarden. Schade. Verwijzing naar de schadestaatprocedure. Ontbinding van de overeenkomst. Ongedaanmakingsverplichting. Terugbetaling van het ter uitvoering van het vonnis waarvan beroep betaalde..
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Kort geding. Franchiseovereenkomst beëindigd; vaststellingsovereenkomst; schending geheimhoudingsbeding en beding geen negatieve uitlatingen te doen.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Dwaling bij verlengen van huurovereenkomst van art. 7:290-bedrijfsruimte met woning? Afwijkende huurbedingen zijn goedgekeurd waardoor huurovereenkomst zonder opzegging eindigt. Vraag wat dit betekent voor gebruiksrecht van de woning en de vordering van vergoeding van verhuis- en herinrichtingskosten.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.
Vordering van groothandel tot afnameverplichting voor franchisenemers in kort geding afgewezen, omdat te veel concrete aanwijzingen bestaan dat groothandel zelf niet meer aan haar eigen verbintenis tot levering aan die franchisenemers kan voldoen, alsmede aanwijzing dat beding tot afnameverplichting mogelijk in strijd is met Europees recht.
Klik HIER om de volledige uitspraak te lezen.